Oemar zat op een dag thuis tegen een kussen geleund. Een van de metgezellen Salman-i Farisi kwam naar binnen. Oemar gaf hem een kussen om te zitten.
Salman vroeg:
– “In hoeverre spreekt de Boodschapper van Allah, v.z.m.h., de waarheid?”
Oemar vroeg:
– “O Aboe Abdurrahman! Wat is hetgeen wat je wilt weten?”
Salman:
– “Op een dag ging ik naar de Boodschapper van Allah, v.z.m.h. Hij gaf me het kussen, waar hij tegen aan geleund stond en zei: ‘Salman, Allah zal een moslim absoluut vergeven wanneer hij een moslim, die zijn huis betreedt, een kussen aanreikt om te gaan zitten.’” (Hakim)