De Boodschapper van Allah, vzmh, at samen met zes metgezellen van één bord. Er kwam een bedoeïne aanlopen, die ook aan tafel ging zitten en had in twee happen het eten opgegeten. De Boodschapper van Allah zei: “Als je de Bismillah had opgezegd, zou dit eten voor ons allen genoeg zijn geweest.” (Tirmidhi)
Het opzeggen van de Bismillah (in de naam van Allah) alvorens te eten is een dankbetuiging jegens Allah voor Zijn gunsten. Naast deze dankbetuiging is het ook een zegen en het leidt ertoe dat het eten voor iedereen genoeg zal zijn. Het eten waarover geen Bsmillah is uitgesproken zal niet gezegend worden en men zal het hongergevoel blijven behouden.