Nieuwe vraag

De hulp van het Ottomaanse Rijk aan Ierland

In 1845 had de Grote Ierse Hongersnood het gevolg dat meer dan een miljoen mensen overleden. De Ottomaanse Sultan en tevens Kalief Abdulmecid verklaarde dat hij 10,000 sterling (=Britse munteenheid) wilde sturen naar de Ierse boeren, maar de Koningin van Engeland verzocht de Sultan om alleen 1,000 sterling te sturen, omdat zij zelf maar 2,000 sterling had gestuurd. De Sultan zond de 1,000 sterling, maar zond ook in het geheim drie schepen vol met etenswaar. Ondanks de pogingen van de Engelsen om te voorkomen dat de schepen Ierland bereikten, lukte het de schepen toch uiteindelijk om in het geheim de haven van de stad Drogheda te bereiken en het voedsel af te geven.

De Ieren zonden in dankbaarheid de volgende brief naar de Sultan van het Ottomaanse Rijk (zie foto beneden voor de originele versie):


‘‘Wij, de edellieden, de heren en de inwoners van Ierland willen onze dankbaarheid uiten aan de genereuze hulp van de Ottomaanse Sultan als gevolg van de schaarste. Het is voor ons onvermijdelijk om een beroep te doen op de hulp van andere landen om zo gered te worden van de blijvende dreiging van schaarste en hongersnood. De genereuze reactie van de Ottomaanse Sultan op deze oproep toont een voorbeeld voor Europese staten. Velen zijn gered van omkomen door deze tijdige handeling. We uiten onze dankbaarheid namens hun en hopen dat de Ottomaanse Sultan en zijn heerschappijen bespaard zullen worden van de kwellingen die ons zijn overkomen.’’

Vandaag de dag, draagt de Ierse voetbalclub Drogheda United FC de Ottomaanse halve maan en ster ter herinnering aan de Ottomaanse hulp aan de stad (zie foto beneden).
Het Ottomaanse Rijk bestond 600 jaar en controleerde een groot geografische gebied inclusief Palestina, Irak en Syrië. Het was de laatste in opvolging van islamitische staten vanaf de tijd van Profeet Mohammed (vrede zij met hem) en de geschiedenis getuigt van de rechtvaardigheid en de menselijkheid die grondvestten binnen de Kalifaten. De taak van de Kalief was om tegemoet te komen aan de economische en sociale behoeften van de mensen – zowel van de moslims als de niet-moslims – en om educatie, wetenschap en kunst te laten bloeien.