Oemar bin Khattab (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd:
-“Ik vroeg toestemming van de Boodschapper van Allah om de Oemra* te verrichten.
Nadat hij me toestemming had gegeven zei hij:
-“O mijn broeder! Vergeet ons niet in je dua.”
Ik stond versteld van deze woorden van de Profeet.
Zelfs als ze mij de wereld zouden geven, zou dit niet gelijk staan aan de vreugde die ik voelde tijdens het horen van deze woorden.” (Abu Dawud – 1498; Tirmidhi – 3562)
De Profeet, vzmh, legt de nadruk op het belang van de dua. Als er iemand geen behoefte had aan dua, dan zou dit ongetwijfeld de Boodschapper van AIlah, vzmh, zijn. In Allah’s aangezicht is de Profeet, vzmh, Hem het liefst; Allah heeft al zijn dua beantwoord en al zijn verzoeken ingewilligd. Ondanks dit heeft de Profeet, vzmh, toch aan Oemar gevraagd voor hem dua te doen. Men dient niet te denken dat grote geleerden geen behoefte zouden hebben aan dua, omdat zij het toch al ‘gered’ hebben. Het verrichten van dua is een onderdeel van de aanbidding die iedereen dient te doen en waar iedereen behoefte aan heeft.