Verkondig degenen die geloven en goede daden verrichten, de blijde boodschap dat er Tuinen voor hen zullen zijn waar rivieren door stromen. Telkens wanneer hen de vruchten hieruit gegeven worden, zullen zij zeggen: “Zie hier hetgeen ons reeds voorheen gegeven werd.” En hen zal het soortgelijke gegeven worden. Er zullen reine metgezellen voor hen zijn en zij zullen daar voor eeuwig verblijven (2:25)
Wat nu volgt zijn korte antwoorden op vragen over het Paradijs, dat eeuwigdurend is. Aan de beschrijvingen uit de Koran, die mooier zijn dan het Paradijs, hoeft niets meer te worden toegevoegd. We zullen het een en ander toelichten, om te zorgen dat zulke schitterende, eeuwige, verheven en prachtige verzen met gemak begrepen kunnen worden. Tevens zullen we aan de hand van vijf belangrijke vragen en antwoorden, enkele fraaie punten toelichten.
- Vraag 1
- Antwoord
- Vraag 2
- Antwoord
- Vraag 3
- Antwoord
- Vraag 4
- Antwoord
Wat heeft het gebrekkige, veranderende, onstabiele en door pijn getroffen lichaam met het Paradijs te maken? De verheven genoegens van de geest zouden voldoende moeten zijn. Waarom is een lichamelijke wederopstanding voor lichamelijke genoegens nodig?
Vergeleken met water, lucht en licht, is aarde donker en dicht. Toch vormt deze het middel en de bron voor alle Goddelijke kunstwerken. Om die reden is aarde in betekenis wat superieur aan andere elementen. Door veelomvattend te zijn en er vanuit te gaan dat hij gezuiverd is, is het een vorm van superioriteit over jullie andere zintuigen en eigenschappen.
Op dezelfde wijze vormt jullie lichaam een uiterst veelomvattende en rijke spiegel voor de manifestaties van de Goddelijke Namen en is het uitgerust met instrumenten om de inhoud van alle Goddelijke schatten te wegen en te meten. Als de smaakzin van de tong bijvoorbeeld niet de bron was van zoveel maten als er variaties aan drank en voedsel bestaan, zou deze het niet kunnen ervaren, herkennen en meten. Bovendien bevat jullie lichaam daarnaast zowel de instrumenten die nodig zijn om de manifestaties van de Goddelijke Namen te ervaren en te herkennen, als de eigenschappen om de meest uiteenlopende en onmetelijk verschillende genoegens te ervaren. De manier waarop het universum zich gedraagt en de veelomvattende aard van de mens, tonen ons dat de Maker van het universum alle schatten van Zijn Genade en alle manifestaties van Zijn Namen kenbaar wil maken en ons, door middel van het universum, al Zijn geschenken wil laten ervaren. Gegeven dat de wereld van eeuwig geluk een reusachtig bad is, waar de stroom van het universum in uitmondt, een omvangrijke tentoonstelling is van hetgeen het weefgetouw van het universum produceert, en de eeuwige opslagplaats van de gewassen is, die op het veld van deze (materiële) wereld verbouwd worden, zal zij in bepaalde mate op het universum gelijken. De Alwijze Maker, de Barmhartige, de Rechtvaardige Ene zal ieder orgaan van het lichaam specifieke genoegens schenken, als beloning voor hun taak, dienst en aanbidding. Anderszins denken, zou haaks staan op Zijn Wijsheid, Rechtvaardigheid en Mededogen.
Aangezien het lichaam zich in een toestand van vorming en verandering bevindt, is het aan verval onderhevig en derhalve niet-eeuwig. Eten en drinken houden een individu in leven; seksuele relaties houden de soort in stand. Dit zijn fundamenten voor het leven in deze wereld, die in de wereld der eeuwigheid echter irrelevant en onnodig zijn. Waarom maken zij, met dit gegeven, dan toch deel uit van de grootste genoegens van het Paradijs?
Een levend lichaam takelt af en sterft wanneer het evenwicht tussen wat het nodig heeft om voort te bestaan en wat het in zich opneemt, verstoord is. Vanaf de kindertijd tot aan de leeftijd van fysieke volgroeiing, neemt het meer in zich op dan dat het uitscheidt, en wordt het steeds gezonder. Daarna is het meestal niet in staat om op een evenwichtige manier in zijn behoeften te voorzien. Het neemt meer in zich op en wordt dik, of neemt minder in zich op dan het nodig heeft. Dit zorgt ervoor dat het evenwicht verdwijnt en zal, onder normale omstandigheden, uiteindelijk tot de dood leiden. In de eeuwige wereld blijven de lichaamsdelen echter intact en zijn ze immuun voor ontbinding en hervorming. Met andere woorden, het evenwicht blijft intact. Alsof het voortdurend in cirkels beweegt, verwerft het lichaam eeuwigheid met behoud van het voortdurende functioneren van de fabriek van het lichamelijke leven voor genoegen. In deze wereld ontstaan eten, drinken en seksuele handelingen binnen het huwelijk uit een behoefte en vervullen zij een functie. Derhalve bevatten zij een grote verscheidenheid aan uitzonderlijke (en meerwaardige) genoegens, als beloning voor de functies die zij vervuld hebben. In deze wereld van ziektes, bieden eten en huwelijk een groot aantal fantastische en uiteenlopende genoegens. Het Paradijs, het rijk van geluk en genoegen, moet deze genoegens daarom in hun meest verheven vorm bevatten. Dit wordt verwezenlijkt door beloningen (zoals genoegens) uit de andere wereld, in de vorm van een aangename behoefte uit de andere wereld toe te voegen. De in deze wereld verrichtte taken en de behoefte die hieraan geweest is, zullen zij in een allesomvattende, levende bron van genoegen veranderen, die het Paradijs en de eeuwigheid past. Volgens de Koran: Het leven van deze wereld is slechts tijdverdrijf en spel, maar het Verblijf in het Hiernamaals – dat is pas echt leven (29:64), zijn alle levenloze en onbewuste substanties en voorwerpen van hier, daar levend en bewust. Zoals mensen en dieren hier, zullen bomen en stenen daar geboden begrijpen en opvolgen. Wanneer je een boom opdraagt fruit te brengen, zal hij dit doen. Wanneer je een steen zegt dat hij moet komen, zal hij komen. Aangezien stenen en bomen zulke verheven vormen aan zullen nemen, zullen eten, drinken en huwelijksbanden een vorm aannemen, die hun aardse vormen in dezelfde mate overstijgt, als het Paradijs deze wereld overstijgt. Dit omvat het behoud van hun lichamelijke kenmerken.
Een hadith luidt dat “men met degene zal zijn, die men liefheeft,” (Bukhari, “Adab,” 96). Hieruit kunnen we opmaken dat vrienden samen zullen zijn in het Paradijs. Derhalve zou een eenvoudige Bedoeïen, die na een minuut in zijn gezelschap is geweest en een diepe liefde voor de Boodschapper van God voelt, samen met hem in het Paradijs zijn. Maar hoe kan de verlichting en beloning van een eenvoudige nomade ertoe leiden dat hij dezelfde plaats deelt met de boodschapper van God, wiens verlichting en beloning geen grenzen kent ?
We kunnen deze verheven waarheid verklaren aan de hand van een vergelijking. Een uitmuntend persoon heeft bijvoorbeeld een uitgebreid buffet en een rijkelijk versierde gelegenheid voorbereid, in een uitzonderlijk mooie en prachtige tuin. Er was het meest lekkere voedsel dat men kan proeven, de mooiste dingen die het oog kunnen strelen, alle wonderen die de verbeelding kunnen prikkelen en zo verder. Alles wat de uiterlijke en innerlijke zintuigen zou kunnen bevredigen en behagen, was aanwezig. Twee vrienden gingen erheen en zaten aan een tafel in hetzelfde paviljoen. De ene had slechts een beperkte smaakzin en had weinig plezier. Zijn slechte zicht en onvermogen om te ruiken, beletten hem de schone kunsten te begrijpen of de wonderen te bevatten. Hij kon slechts genieten zover zijn vermogen dat toeliet, wat minimaal was. De andere persoon had zijn externe en interne zintuigen, verstand, hart, en alle eigenschappen en gevoelens echter tot het uiterste ontwikkeld. Derhalve kon hij alle finesses, schoonheid, wonderen en mooie dingen in die prachtige tuin zien, ervaren en er plezier aan ontlenen. Dit is zoals het in onze verwarde, pijnlijke en nauwe wereld is. Er bestaat een eindeloze afstand tussen de meest- en minderwaardigste, die in het Paradijs, de verblijfplaats van geluk en eeuwigheid, zij aan zij leven. Wanneer vrienden bij elkaar zijn, is het passender dat elk zijn deel van de tafel van de Genadigste van de Genadigen ontvangt, in verhouding tot zijn vermogens. Zelfs wanneer zij zich in verschillende Paradijzen, of op verschillende “verdiepingen” van het Paradijs bevinden, zullen zij elkaar kunnen ontmoeten, omdat de acht verdiepingen van het Paradijs zich boven elkaar en onder hetzelfde dak – de Verheven Troon van God – bevinden. Stel je een kegelvormige berg voor, met muren in cirkels eromheen. De ene muur bevindt zich in de andere en de een boven de andere, waarbij elke muur, van de voet tot aan de top van de berg, weer een andere muur tegenover zich heeft. Dit verhindert niet dat ze allemaal de zon kunnen zien. (Diversehadiths [Bukhari, “Tawhid,” 22] vermelden inderdaad dat de verdiepingen van het Paradijs daarop lijken).
Sommige Profetische Overleveringen zeggen dat sommige bewoners van het Paradijs een plaats zo groot als de wereld en honderdduizenden paleizen geschonken zullen worden. Wat is de reden hiervan en waarom en op wat voor manier heeft iemand al die dingen nodig ?
Als wij mensen slechts een massief object zouden zijn, een plantaardig wezen dat uit een maag bestaat of slechts een beperkt, zwaar, eenvoudig en vergankelijk stoffelijk of dierlijk lichaam hadden, zouden we niet zoveel plaatsen of andere zegeningen bezitten of verdienen. We zijn echter een veelomvattend wonder van Goddelijke Macht. Al heersten we over de hele wereld en gebruikten we al haar rijkdom en genoegens om de behoeften van onze onontwikkelde zintuigen en eigenschappen te bevredigen, dan nog zouden we onze hebzucht tijdens onze korte levens niet kunnen bevredigen. Indien we in een eeuwige verblijfplaats van geluk echter over oneindige vermogens beschikken en in de taal van oneindige behoefte op de deur van oneindige Genade kloppen, zullen we de Goddelijke geschenken ontvangen die in dergelijke hadiths beschreven worden. Om deze verheven waarheid toe te lichten, zullen we een vergelijking geven. Net als de tuin van deze vallei, heeft elke wijngaard en tuin in deze stad een andere eigenaar. Elke vogel, mus of honingbij, met slechts een handvol graan, kan zeggen: “Alle wijngaarden en tuinen van deze stad behoren tot mijn recreatiegebied.” Elk van hen kan deze stad bezitten en haar aan zijn eigendom toevoegen. Het feit dat anderen erin delen, doet niet af aan hun bezit. Een waarlijk menselijk persoon kan zeggen: “Mijn Schepper heeft de wereld tot een huis voor mij gemaakt, met de zon als belangrijkste lamp en de sterren als elektrische lichten. De Aarde is mijn wieg, bekleed met bloementapijten,” en God vervolgens danken. Deze conclusie wordt niet teniet gedaan doordat andere wezens in dit “huis” leven. Integendeel, de wezens versieren dit huis en vormen zijn decoraties. Omwille van de mens zouden wij, of zelfs een vogel, het recht op het besturen van zo’n uitgestrekt gebied in deze nauwe kortdurende wereld kunnen claimen, om daarmee een onmetelijke beloning te kunnen ontvangen. Waarom is het dan niet voor te stellen dat we in een grote, eeuwige verblijfplaats van geluk zo’n bezit zullen hebben? De bewoners van het Paradijs (dat bestaat uit licht en onbeperkt, wijds en eeuwig is) zullen lichamen hebben met de kracht en lichtheid van de geest en de snelheid van de verbeelding. Ze zullen op ontelbare plaatsen tegelijk kunnen zijn en op ontelbare manieren genoegens ontvangen. Dit beeld past bij het eeuwige Paradijs en de oneindige Genade die daar ontvangen zal worden. De Betrouwbare Boodschapper, vrede en zegeningen zij met hem, heeft ons verteld dat dit de werkelijkheid en waarheid is. Toch zijn deze omvangrijke waarheden niet te wegen op de weegschalen van ons kleine verstand.