Vraag:
Mag je een kat/poes kopen of verkopen?
Antwoord:
Er zijn twee belangrijke meningen over dit onderwerp.
1. De overgrote meerderheid van geleerden steunt de mening dat het kopen en verkopen van huiskatten is toegestaan, of in het ergste geval onwenselijk. Dit is het standpunt van de geleerden van de vier madhhabs, sommige tabii’ins en Ibn Abbas. Ook Imam at-Tahavi sloot zich aan bij dit standpunt.
2. Vertegenwoordigers van de Zahirietische madhhab voerden aan dat het verboden was om ze te kopen en verkopen, en als iemand een kat nodig had, dan was degene die een extra kat had verplicht (wajib) om zijn kat te doneren aan de behoeftige. In navolging van de Zahiritische Imam Ibn Hazm (d. 456 AH) over deze kwestie, verbood de Imam Ibn al-Qayyim ook de verkoop van katten. Nadat hij deze beslissing had genomen, citeerde hij de uitleg van Ibn Hazm. Ibn al-Qayyim verwees ook naar een van de twee meningen van Imam Ahmad. Andere Hanbali-geleerden interpreteerden dit als ‘onwenselijk’ en niet als een verbod. Overgrote deel van de Hanbeli geleerden houden de mening van van Imam Ahmad aan; dat de verkoop van katten gewoon is toegestaan.
Sommige tijdgenoten volgden de Zahiris en Ibn al-Qayyim in deze mening.
De belangrijkste reden voor het meningsverschil ligt in de houding ten opzichte van de meningen van de metgezellen over deze kwestie en de hadith overgeleverd door Imam Muslim met isnad van Ma’qil, die overleverde van Abu al-Zubeir dat hij zei: “Ik vroeg Jabir over de prijs voor een hond en een kat, en hij antwoordde: “De Profeet, vrede en zegeningen van Allah zij met hem, heeft ons hier strikt van weerhouden.”
Er zijn ook berichten van Abu Hureira en Jabir (metgezellen), Taus en Mujahid (tabiins) dat zij de verkoop van katten afkeurden en veroordeelden. Hun afkeuring kan worden opgevat als onwil (makruh) zowel als verbod (haram).
De positie van de Zahirieten en degenen die hen volgden
Ibn Hazm begreep uit de hadith dat de uitdrukking “strikt beperkt” aangeeft dat het een kwestie is van wat verboden is in de sharia, dat wil zeggen haram. En hij schreef dit verbod toe aan alle soorten aan- en verkoop van katten. Hij deed hetzelfde met overleveringen van Jabir, Taus en Mujahid, waarbij hij hun afkeuring en veroordeling (karaha) interpreteerde als een mening over het verbod (haram).
Imam Yahya ibn Sharaf al-Nawawi al-Shafi’i schreef: “De verkoop van gedomesticeerde (getemde) katten is toegestaan zonder onenigheid onder ons (Shafi’i-geleerden). Alleen al-Bagawi in Sharh Mukhtasar al-Muzani rapporteerde van Ibn al-‘Asa dat hij zei: “Niet toegestaan.” En dit (statement) is afgeweken (shazz), fout en afgewezen. De oplossing hiervan is algemeen bekend. En de overgrote meerderheid van geleerden sprak in overeenstemming hiermee. Kady Iyad gaf dit van de meerderheid door. ”
Zie al-Majmoo 9/229.
Vraagislam