Aboe Hoerayra (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd:
“Een moslim is de broer (of zus) van een moslim. Hij zal hem niet verraden, hij zal niet tegen hem liegen, hij zal hem altijd helpen. De eer, eigendom en het bloed van een moslim is haram voor een andere moslim. Vroomheid zit in je hart. Het minachten van je moslimbroer is al een kwaad op zich.” (Tirmidhi – 1928)
In deze Hadith wordt de nadruk gelegd op één van de primaire rechten van een moslim. Tegelijkertijd wordt ook verteld welke slechte eigenschappen een moslim niet dient te bezitten. Tot de belangrijkste eigenschappen worden gerekend: het niet verraden van zijn moslimbroer, niet liegen, wanneer er hulp gevraagd wordt hieraan te voldoen, de eer, eigendom en zijn bloed te eerbiedigen en het niet minachten van zijn moslimbroeder.