Abdullah Ibnoe Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd:
“De Profeet zag een man die zijn naaste berispte, omdat hij hem te verlegen vond. De man zei:
– ‘Jij bent echt heel erg verlegen.’ Hij zei het op een manier van: ‘deze verlegenheid zal jou veel schade berokkenen.’
De Boodschapper van Allah zei:
– ‘Laat hem. Verlegenheid (schaamte) is een teken van de Imaan.’ ” (Bukhari, Muslim, Abu Dawud, Tirmidhi)
Allah houdt van mensen die verlegen zijn (een hoog schaamtegevoel hebben), omdat dit hun belemmert om slechte daden te verrichten. Het is geen minpunt voor een mens om deze eigenschap te bezitten, maar een pluspunt, omdat dit in feite de mens remt om slechte daden te kunnen verrichten. Men dient verlegenheid en het geïsoleerde gedrag van een mens niet door elkaar te halen. Deze eigenschap kan een mens in de samenleving als machteloos en onbekwaam laten zien.