“Het is niet halal voor een moslim om zijn broeder bang te maken of hem enthousiast te maken, ook al is dit voor de grap.” (Abu Dawud)
Een moslim dient een persoon te zijn, waarvan mensen hem op zijn handelingen en uitspraken kan vertrouwen en hen geen schade toebrengt. Het is niet juist wanneer een moslim dit vertrouwen niet aan zijn omgeving kan geven. Daarom is het ook niet op prijs gesteld wanneer men, ook al is het voor de gein, mensen bang maakt of hen enthousiast maakt voor iets wat er niet is. Dit gedrag is zoals de hadith beschrijft verboden voor een moslim.