Antwoord:
Het geweten is een spiritueel gevoel dat het goede van het kwade kan onderscheiden, dat geniet van het doen van goed, en dat pijn lijdt bij het doen van het kwade.
Het geweten als bron van kennis
Het geweten is de uiterste bron van kennis van de menselijke ziel. Als het geweten ‘ja’ zegt tegen iets, dan kan noch het verstand dit verloochenen, noch je zintuiglijke organen.
Het geweten, verstand en de vijf zintuigen; allen bieden iets aan de mens en openen op verschillende wijzen de deuren voor de Waarheid. Maar het geweten voert de boventoon hierin; dit wordt gevolgd door het verstand en vervolgens door de zintuigen.
Het ware verstand, eenmaal de waarheid gevonden, laat zich niet weerhouden al zouden de zintuigen het tegenspreken. Het mooiste voorbeeld hierbij is dat het feit dat de wereld draait, door het verstand wordt bevolen, maar dat het gevoel dit ontkent. Resultaat is echter dat het verstand wint, en op basis hiervan wordt er geoordeeld. Een ander voorbeeld is dat we de ziel niet kunnen meten of waarnemen, maar het wordt wel door het verstand geaccepteerd.
De status van het geweten
Wat de status van ‘het gevoel/de zintuigen’ ten opzichte van ‘het verstand’ is, is ook de status van ‘het verstand’ ten opzichte van ‘het geweten’. Men dient niet te handelen op basis van verstand dat door het geweten wordt tegengesproken. Als wij een waarheid op basis van ons geweten weten, dan bestaan de ‘rationele’ tegenbewijzen slechts uit demagogie.
Als wij bijvoorbeeld last krijgen van ons geweten na het doen van onrecht, dan zal geen enkel excuus dat het verstand aanvoert, ons geweten sussen.
De mens kent vele waarheden via zijn geweten. Zoals het horen anders is dan het zien, is het kennen via het geweten ook anders dan het verstandelijk begrijpen. Het geweten maakt geen gebruik van vergelijking, logica, redenering, hypotheses enzovoort. Zonder hiervan gebruik te maken kan het geweten de waarheid direct kennen. Het oog kan het onderscheid tussen blauw en groen maken, maar het onderscheid tussen mededogen en liefde, en angst en zorgen, kennen we via ons geweten.
Jezelf kennen via het geweten
De mens kent ook zijn eigen bestaan via zijn geweten. Hiervoor heeft het geen behoefte om na te denken en vragen te stellen als “besta ik wel of besta ik niet?“ en geen behoefte om op basis hiervan te concluderen “ik denk, dus ik besta.” De mens kent zowel zijn bestaan, als zijn eigenschappen via zijn geweten. Dat hij leeft, kennis heeft, een wil heeft, kan zien, kan horen enzovoort, weet hij steeds via zijn geweten. Hieraan twijfelt hij niet.
De mens gelooft soms zijn ogen niet, wrijft over zijn ogen, vraagt “heb ik het misschien verkeerd gezien?” en kijkt weer. De mens gelooft soms ook zijn verstand niet; denkt “heb ik het verkeerd begrepen?” en leest opnieuw. Maar op het gebied van het geweten, twijfelt de mens niet aan de kennis die zijn geweten hem verstrekt.
Het geweten kent zijn Schepper
We zeiden: “de mens kent zijn bestaan via zijn geweten”. Op dezelfde manier weet het geweten: “ik heb niet mijzelf gemaakt; ik heb niet de organen op de juiste plekken gezet met mijn persoonlijke wil en macht.” Dit gegeven kent de mens zo goed, dat al zou de mens eeuwen leven, hij niet zou denken aan iets tegenstrijdigs. Want datgene wat het geweten weet, is niet gebaseerd op kennis of het waarnemen/voelen, maar op het leven zelf. De mens kent via zijn ‘geweten’ dat hij niet zichzelf heeft gemaakt, en weet middels het ‘verstand’ dat dit ook moet gelden voor andere levende wezens. Dus het geloof begint bij het geweten en bloeit met het verstand en met zintuigen. En dit brengt de mens bij de Ware Eigenaar van alles, namelijk Allah (God).
Voorbeelden van Godskennis van het geweten
Juist! Elk geweten kent Allah (God). Als een mens gerust kan slapen, dan is dit omdat het geweten weet heeft van Allah. Er zijn geen mensen die bij het liggen op hun bed zeggen: “ik ga slapen, maar wat als onze planeet botst tegen een andere planeet, of wat als er een ster op onze aarde valt” en hiermee hun slaap annuleren. Of mensen die weigeren te slapen door te denken: “ik ga slapen, maar wat als mijn aderen verstopt raken, mijn bloed stolt, of mijn hart stopt met werken”. Elke mens weet via zijn geweten dat noch zijn lichaam zijn eigen eigendom is, noch het heelal. Bij dit allebei gebeuren dingen doordat Allah het schept.
Als deze kennis vanuit het geweten er niet zou zijn, zou geen enkele niet-gelovige zelfs maar een moment rustig kunnen leven of ademhalen op deze wereld. Het is jammer om te zien dat ze de veiligheid die hun geweten hen biedt, en de veilige atmosfeer die het biedt, niet kunnen benutten zoals het hoort en Allah (God) niet kunnen vinden.
Een ander voorbeeld: wanneer je wijst naar het wapen van een soldaat en vraagt: “is dit van jou?”, zal hij “ja” zeggen. Maar dezelfde persoon weet via zijn geweten dat het wapen niet zijn persoonlijke eigendom is. Hij kan het niet gebruiken zoals hij dat wil, of verkopen zoals hij dat wil. Wij zijn zoals deze soldaat. Wanneer we zeggen: “mijn handen, mijn ogen…”, weten we via ons geweten dat wij niet de ware eigenaar ervan zijn, en dat ze ons zijn toevertrouwd. Wanneer deze gewetenskennis niet resulteert in geloof, dan gebruikt de mens al hetgeen hem is toevertrouwd op een manier die in strijd is met de wens van de Eigenaar. Hierover zal op de Dag des Oordeels verantwoording afgelegd worden.
Conclusie
Om een lang verhaal kort te maken: elk geweten zegt “Allah bestaat”. Noch is de mens zonder Eigenaar, noch zijn deze werelden een fabriek zonder eigenaar. De mens wordt in dit atelier door Iemand geweven. De mens is in zijn compleetheid van Hem!
En Allah weet het beste