“Gelovigen zijn gemakkelijk in de omgang en zacht van aard. Als je hen wilt vastbinden, zullen zij hiermee akkoord gaan en wanneer je hen op hun knieën laat zakken, zullen zij op hun knieën zakken net als een gehoorzame kameel.” (Ramoezoel-Hadis)
“Een gelovige is zo zacht van aard, dat je haast de indruk zou krijgen dat iedereen hem zal bedreigen wegens zijn zachtaardige karakter.” (Ramoezoel-Hadis)
“Een gelovige is voor iedereen een nuttig persoon. Als je in zijn bijzijn bent, zal hij voor jou van nut zijn; als je hem raadpleegt, zal hij je wederom van dienst zijn. Als je deelgenoot met hem bent, zul je alleen maar profijt zien. Kortom alles wat hoe doet is een profijt.” (Ramoezoel-Hadis)
De Eigenschappen die in deze overleveringen worden opgenoemd, zijn een van de gesteldheden van een gelovige. Een gelovige hoort een zachtaardige, open en waardige karakter te bezitten, die een bijdrage levert aan de maatschappij. Een gelovige dient niet misleidend, bot, of gesloten te zijn tegenover zijn of haar omgeving.