“Belaster je broeder niet, wanneer je kwaad op hem bent. Scheld zijn moeder, vader of volk niet uit. Als je toch de drang hebt om hem uit te schelden, zeg dan: je bent gierig, je bent een bangerik of je bent stout.” (Kanzoel Ummal)
Een persoon kan om verschillende redenen kwaad worden op iemand, zo erg dat hij of zij de drang kan hebben om iets slechts over de desbetreffende persoon te zeggen. De Profeet (vzmh) adviseert om niet te vloeken, maar in uiterste gevallen adviseert hij om te kiezen voor lichte vormen van vloekwoorden, zoals vermeld in de Hadith. De Profeet (vzmh) leert ons om zachtaardig te zijn ook in moeilijke situaties.