Leestijd 10 minuten

Hoe oud was Aisha toen zij met de Profeet Mohammed ﷺ trouwde

Inleiding

Al-Bukhārī brengt verslag uit dat Hishām [ibn ʿUrwa] via zijn vader vertelt dat ʿĀʾisha, moge God tevreden met haar zijn, [zei]: “De Profeet صلى الله عليه وسلم trouwde met haar toen zij zes jaar oud was en hij voltrok het huwelijk toen zij negen jaar oud was, waarna zij negen jaar bij hem bleef.”[1] Muslim meldt dat al-ʿAmash vertelt via Ibrahīm die op zijn beurt vertelt via al-ʾAswad dat ʿĀʾisha zei: “De Boodschapper van God صلى الله عليه وسلم trouwde met haar toen zij zes jaar oud was en voltrok het huwelijk toen zij negen [jaar oud] was, en hij overleed toen zij achttien [jaar oud] was.”[2]

De twee hierboven genoemde ḥadīths verklaren dat ʿĀʾisha zes jaar oud was toen ze trouwde en negen toen het huwelijk werd voltrokken. Deze overleveringen komen uit de twee meest authentieke boeken in de Islamitische traditie na de Qurʿān, Ṣaḥīḥ Bukhārī en Ṣaḥīḥ Muslim (Ṣaḥīḥayn), en ze noemen bovendien elk ʿĀʾisha als de verteller. Daarnaast ondersteunen tal van andere authentieke ḥadīths buiten de Ṣaḥīḥayn deze twee leeftijden. Daarom zou het redelijk zijn, zelfs voor iemand met basiskennis van de Islam en de ḥadīth-wetenschappen, om deze ḥadīth als authentiek te accepteren en als onderdeel van de Islamitische geschiedenis. Ter aanvullende bevestiging was er geen enkele vooraanstaande middeleeuwse Islamitische geleerde die bezwaar maakte tegen haar leeftijd; integendeel, sommigen van hen gingen zelfs zo ver om te stellen dat er consensus over was. Ibn Hazm stelt: “De leeftijd van ʿĀʾisha is vastgelegd in de teksten, zonder enige meningsverschil.”[3] Ibn Kathīr zegt: “Dit is een kwestie waarover onder de mensen geen verschil van mening bestaat.”[4] Ibn Abd al-Barr zegt: “Ik ken niemand die hierover van mening verschilt.”[5] Daarom kan worden geconcludeerd dat de leeftijden van zes en negen de standaardopvatting vormen en dat elk bewijs dat dit tegenspreekt even authentiek of authentieker moet zijn.

Het huwelijksaanzoek van de Profeet صلى الله عليه وسلم aan ʿĀʾisha kwam na het overlijden van Khadīja, de eerste vrouw van de Profeet عليه وسلم. Khawla bint Ḥakīm kwam langs en vroeg of de Profeet geïnteresseerd was om te hertrouwen. Nadat hij ja zei, gaf ze hem twee opties: Sawda bint Zamʿa en ʿĀʾisha bint Abī Bakr, die op dat moment beiden moslim waren. Daarna ging ze naar het huis van Abū Bakr om ʿĀʾisha ten huwelijk te vragen namens de Profeet صلى الله عليه وسلم. Echter, Abū Bakr had twee zorgen. Ten eerste had de Profeet hem eerder zijn broeder genoemd en hij was daarom bezorgd of het huwelijk niet toegestaan zou zijn. Ze keerde terug naar de Profeet صلى الله عليه وسلم en hij vertelde haar om Abū Bakr te informeren dat ze alleen broeders waren in de Islam, waardoor het huwelijk toegestaan was. Ten tweede was ʿĀʾisha al verloofd met Mutʿim ibn ʿAdiyy, die geen moslim was. Daarom ging Abū Bakr naar ʿAdiyy’s huis en ontdekte dat de familie vreesde dat ʿĀʾisha hun zoon zou bekeren tot de Islam en daarom beëindigden ze de verloving. Als gevolg hiervan trouwde de Profeet صلى الله عليه وسلم met ʿĀʾisha.[6]

Hoewel het bovenstaande als het meest betrouwbaar wordt beschouwd, kan niemand op basis van de islamitische bronnen met absolute zekerheid aangeven hoe oud Aisha was ten tijde van haar huwelijk. Wat wel vaststaat, is dat Aisha de huwbare leeftijd had bereikt. Voordat ze trouwde met onze profeet (vrede en zegeningen zij met hem), was ze verloofd met Jubayir ibn Mut’am, de zoon van Mut’am ibn ‘Adi. Echter, Mut’am was niet bereid zijn zoon te laten trouwen met iemand die in de Mekkaanse samenleving van die tijd als ‘buitenstaander’ werd gezien vanwege haar (islamitische) geloof, en verbrak daarom de verloving.

De discussie rond de leeftijd van Aisha reflecteert de complexiteit en de nuances van historische en religieuze interpretaties. Het is belangrijk om op te merken dat de verschillende leeftijden die worden aangegeven, de verschillende interpretaties en begrip van historische, culturele en religieuze contexten weerspiegelen.

 

Context

De vraag blijft: waarom discussiëren Islam critici nu over haar leeftijd, terwijl dit onderwerp gedurende vele eeuwen geen aandacht kreeg van geleerden, behalve of de hadiths authentiek was of niet?

In de loop van de geschiedenis is er een afkeer ontstaan tegen kindhuwelijken. Met deze verandering begonnen moderne en seculiere geleerden sommige historische gebeurtenissen in de Islam, zoals de leeftijd van ʿĀʾisha, met een kritische blik te bekijken. Er zijn twee mogelijke conclusies: ofwel waren de historische verslagen verkeerd, ofwel pasten de gebeurtenissen niet bij onze huidige opvattingen. Sommige mensen denken dat de Profetische overleveringen fouten bevatten omdat ze niet passen bij onze huidige manier van denken.

Er zijn twee kampen: één groep ziet de overleveringen als bijna net zo belangrijk als de Qur’an, terwijl de andere groep ze alleen ziet als historische verslagen die kunnen worden betwist. Echter, een evenwichtige benadering ziet deze overleveringen als belangrijke indicatoren voor religieuze praktijken op basis van gemeenschappelijke overeenstemming over hun authenticiteit.[7]

Het probleem is dat als we overleveringen blijven betwijfelen wanneer ze niet passen bij onze persoonlijke overtuigingen, ondanks hun historische authenticiteit, we op een pad kunnen belanden waar we overleveringen volledig gaan verwerpen. Als we dit doen, verliezen de overleveringen hun waarde in de samenleving en worden ze alleen gebruikt om onze eigen overtuigingen te rechtvaardigen, in plaats van te dienen als gids voor gemeenschappen.

Het wordt belangrijk om te beseffen of kindhuwelijken tijdens de tijd van de Profeet صلى الله عليه وسلم normaal waren en of de samenleving ze afkeurde. Het begrijpen van de context kan helpen om onze eigen opvattingen te heroverwegen.

Geleerden praten over twee soorten overleveringen: expliciete  (qat’ī) en impliciete (ẓannī). De minder duidelijke overleveringen helpen bijvoorbeeld bij het inschatten van ʿĀʾisha’s leeftijd met behulp van andere informatie. Maar deze worden niet als belangrijker gezien dan de duidelijke overleveringen die haar leeftijd heel precies geven, zoals eerder is uitgelegd.

Als we dit begrijpen, kunnen we onze eigen ideeën gaan bekijken. Waren kindhuwelijken normaal in de tijd van de Profeet صلى الله عليه وسلم? Keek de maatschappij erop neer?

 

Kinderhuwelijk: Bestaat zoiets?

Mensen die de leeftijd van ʿĀʾisha betwisten toen ze trouwde, vinden het lastig om te geloven dat vrouwen in de tijd van de Profeet صلى الله عليه وسلم al op zo’n jonge leeftijd de puberteit bereikten. Tegenwoordig zou trouwen op die leeftijd niet mogen, dus hoe kon dit toen gebeuren? Over kindhuwelijken zijn er een paar dingen die we moeten bespreken.

De eerste vraag is of meisjes in het Arabisch Schiereiland al op negenjarige leeftijd de puberteit bereikten. Zoals al gezegd, vertelde ʿĀʾisha: “Als een meisje op negenjarige leeftijd volwassen wordt, dan is zij een vrouw.”[8] Ook zei Imām Shāfiʿī hierover: “Ik zag veel meisjes in Jemen die op negenjarige leeftijd al volwassen werden.”[9] Hij voegde er ook aan toe: “Ik zag in Ṣan‘ā’ een grootmoeder die op een leeftijd van 21 jaar was. Haar dochter werd op negenjarige leeftijd volwassen en kreeg op tienjarige leeftijd een kind. De dochter van dat meisje werd ook op negenjarige leeftijd volwassen en kreeg op tienjarige leeftijd een kind.”[10] Al-Ḥasan ibn Ṣaliḥ zei: “Ik ontmoette een slavin van ons die op 21-jarige leeftijd al grootmoeder werd.” Het is duidelijk dat er veel gevallen zijn waarin meisjes op negenjarige leeftijd volwassen werden, en sommigen kregen zelfs op tienjarige leeftijd een kind in het Arabisch Schiereiland.

Neil Postman, een voormalige professor aan de New York University, bespreekt in zijn boek “The Disappearance of Childhood” hoe mensen in de middeleeuwen anders keken naar volwassenheid en kindertijd, vooral in een wereld waar mondelinge communicatie domineerde. Hij legt uit dat kinderen in die tijd op zevenjarige leeftijd als volwassen werden beschouwd omdat ze dan goed konden praten en begrijpen zoals volwassenen. Dit taalvermogen maakte hen klaar voor volwassen taken en verantwoordelijkheden, waardoor leeftijd minder belangrijk werd om iemand als volwassen te zien. Postman vertelt ook over het onderwijs in de middeleeuwen. In plaats van naar school te gaan, leerden kinderen door mee te werken en te leren van volwassenen in een soort leerlingstelsel. Dit soort leren was meer gebaseerd op praktische vaardigheden en taal, en minder op leeftijd.

 

Islamitische traditie

De Islamitische traditie staat bekend om haar expliciete aandacht voor mondelinge overdrachten, het vermogen om duizenden regels poëzie en de Qurʾān te memoriseren, en de begeleiding die elke student ontving van een lange reeks geleerden. Deze mondelinge traditie, met nadruk op memorisatie, kon de leeftijd waarop een kind beheersing over spraak en redenering had, hebben versneld. Daarnaast stelde de huishoudelijke taken van vrouwen hen destijds meer bloot aan het volwassen leven dan aan leeftijdsgenoten. Leeftijd was dus geen maatstaf voor iemands bekwaamheid of status binnen de samenleving, maar diende om afstamming vast te stellen. Met andere woorden, het is onmogelijk dat iemand die jonger is dan jezelf, je ouder is. Verder bood leeftijd geen concreet verschil in iemands fysieke of mentale capaciteiten. Daarom, bij het onderzoeken van de ḥadīth waar Khawla zowel Sawda als ʿĀʾisha in het huwelijk voorstelt, was de reactie van de Profeetصلى الله عليه وسلم identiek voor beiden. Dat komt omdat de samenleving geen verschil zag, en daarom maakten de klassieke middeleeuwse Islamitische geleerden geen melding van de leeftijd van ʿĀʾisha bij het huwelijk. Pas na de ontwikkeling van het concept kindertijd probeerden we die sociale structuur op te leggen aan een samenleving die het niet erkende.

Daarnaast, als er wordt beweerd dat de middeleeuwen een tijdperk waren van morele corruptie en hun vertekende perceptie hen leidde tot kindhuwelijken, dan hoeven we niet verder te kijken dan de afgelopen eeuw in de Verenigde Staten van Amerika. In 1930 trouwden duizenden jongens en meisjes voor de leeftijd van veertien jaar. Er werd gemeld dat 1.311 meisjes in het oost-zuid-centrale gebied van het land trouwden onder de leeftijd van veertien. Deze bewijzen suggereren niet dat wij als samenleving kindhuwelijken moeten promoten en de huidige sociale normen moeten negeren. Echter, ze suggereren wel dat we niet de vrijheid hebben om de authenticiteit van elk religieus tekst die niet past bij ons huidige wereldbeeld in twijfel te trekken.

 

Conclusie

Het huwelijk van de Profeet Mohammed met Aisha heeft door de eeuwen heen veel aandacht en debat gegenereerd, vooral in het licht van moderne opvattingen over kindhuwelijken. Historisch gezien werden leeftijd en volwassenheid in verschillende culturen en tijdperken anders geïnterpreteerd. In de context van de middeleeuwse islamitische samenleving en andere premoderne samenlevingen was het niet ongewoon dat huwelijken op jonge leeftijd plaatsvonden, aangezien de sociale en juridische normen aanzienlijk verschilden van de huidige standaarden. Het huwelijk van de Profeet moet worden begrepen binnen de historische en culturele context waarin het plaatsvond. Tegelijkertijd benadrukken moderne discussies over dit onderwerp het belang van ethische en humane overwegingen in de interpretatie van historische en religieuze teksten, en de noodzaak om hedendaagse sociale normen en waarden te erkennen in de voortdurende dialoog over historische praktijken en religieuze tradities. Het is cruciaal om een evenwicht te vinden tussen het respecteren van historische contexten en het handhaven van moderne ethische standaarden in discussies over religieuze en historische kwesties.

[1] Bukhārī, Ṣaḥīḥ, Nikāḥ, viii. 52 nr. 5133.

[2] Muslim, Ṣaḥīḥ, Nikāḥ, ii. 1038 nr. 1422.

[3] Ibn Ḥazm, Ḥujjat-l-Widāʿ, 435.

[4] Ibn Kathīr, al-Sīrat al-Nabawiyya, ii. 141.

[5] Ibn ʿAbd al-Barr, al-Istīʿāb, iv. 1881.

[6] Ibn Ḥanbal, Musnad.

[7] Brown, The Canonization of Al-Bukhārī and Muslim, 11.

[8] Tirmidhī, Sunan, ii., 409.

[9] Dhahabī, Siyar, x., 91.

[10] Bayhaqī, al-Sunan al-Kubrā, ii., 1513.


Array
To top