Laten we met de volgende overlevering van de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, beginnen: “Ik laat twee dingen achter. Zolang jullie deze twee als leidraad nemen zullen jullie niet afdwalen en op het rechte pad blijven. Dit is de Koran en mijn Soenna (Hakeem 1/93).
In de Koran staan een tal van verzen waarin wordt gezegd dat een moslim moet bidden. Drie voorbeelden zijn:
وَأَقِيمُوا الصَّلَاةَ وَآتُوا الزَّكَاةَ وَارْكَعُوا مَعَ الرَّاكِعِينَ ﴿٤٣﴾Verricht het gebed en geef de aalmoezen en buig met de buigenden. [de Koran 2:43]
En:
قَدْ أَفْلَحَ الْمُؤْمِنُونَ ﴿١﴾ الَّذِينَ هُمْ فِي صَلَاتِهِمْ خَاشِعُونَ ﴿٢﴾Het zal de gelovigen welgaan, die in hun gebed deemoedig zijn, [de Koran 23:1]
En:
فَصَلِّ لِرَبِّكَ وَانْحَرْ ﴿٢﴾Bid dan tot jouw Heer en breng offers. [de Koran 108:2]
In de koran staat niet hoe en hoe vaak we moeten bidden. Er staan wel aanwijzingen en verwijzingen naar de handelingen van die profeet die ons exact vertellen hoe wij dat wel moeten doen.
Allah zegt in de Koran:
قُلْ يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنِّي رَسُولُ اللَّهِ إِلَيْكُمْ جَمِيعًا الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۖ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ يُحْيِي وَيُمِيتُ ۖ فَآمِنُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ النَّبِيِّ الْأُمِّيِّ الَّذِي يُؤْمِنُ بِاللَّهِ وَكَلِمَاتِهِ وَاتَّبِعُوهُ لَعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ ﴿١٥٨﴾Zeg: “O mensen, ik ben de gezant van God tot jullie allen, van Hem die de heerschappij over de hemelen en de aarde heeft. Er is geen god dan Hij. Hij geeft leven en laat sterven. Gelooft dan in God en Zijn gezant, de ongeletterde profeet die in God en Zijn woorden gelooft en volgt hem; misschien zullen jullie je de goede richting laten wijzen.” [De Koran 7:158]
En:
قُلْ إِن كُنتُمْ تُحِبُّونَ اللَّهَ فَاتَّبِعُونِي يُحْبِبْكُمُ اللَّهُ وَيَغْفِرْ لَكُمْ ذُنُوبَكُمْ ۗ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ﴿٣١﴾Zeg: “Als jullie God liefhebben, volgt mij dan en God zal jullie liefhebben en jullie je zonden vergeven.” God is vergevend en barmhartig. [de Koran 3:31]
Eén van de taken van de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, is het uitleggen van de koran door deze in de praktijk toe te passen. In een van de overleveringen zegt de profeet, vrede en zegeningen zij met hem:
“Bid zoals jullie mij hebben zien bidden” (Bukhari, Adhan, 18).
Het bovenstaande laat zien dat een gelovige hoort te bidden en hij dient dit te doen door in de voetstappen van de profeet, vrede en zegeningen zij met hem te treden. Het is van belang om te weten hoe de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gebeden. De handelingen die gedaan dienen te worden heeft Allah via de engel Jibriel (Gabriël) aan de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, laten zien. De overlevering gaat als volgt:
“De engel Jibriel kwam naar mij (Mohammed ﷺ, vrede zij met hem) toe en fungeerde als imam.”
Hij (Jibriel) kwam op twee verschillende dagen vijf keer langs. Op de eerste dag kwam Jibriel op een tijdstip waarbij de schaduw van een voorwerp zo groot als een schoenveter was en leidde toen het middaggebed. Het tweede tijdstip dat Jibriel kwam was de schaduw van een voorwerp even groot was als het voorwerp zelf en leidde toen het namiddaggebed. Bij zonsondergang kwam Jibriel weer langs en leidde toen het avondgebed. Het nachtgebed leidde Jibriel toen aan de horizon geen licht meer te zien was. Tot slot kwam Jibriel langs voor het ochtendgebed toen de dag aanbrak.
Op de twee dag kwam Jibriel op andere tijdstippen langs. Voor het middaggebed kwam Jibriel op een tijdstip wanneer de schaduw van een voorwerp zijn eigen lengte bereikt had. Het tweede tijdstip was op een moment dat de schaduw van een voorwerp twee keer zijn lengte had bereikt en Jibriel leidde toen het namiddaggebed. Daarna leidde Jibriel het avondgebed en vertrok weer. Voor het nachtgebed kwam Jibriel langs na het verstrijken van één derde van de nacht. Tot slot leidde Jibriel het ochtendgebed toen het licht begon te worden.
Na het ochtendgebed sprak Jibriel toe tot de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, en zei:
“O Mohammed ﷺ. De gebedstijden zijn de tijden die overblijft tussen deze twee tijdstippen” (Tirmidhi)”
Dat het ochtendgebed uit 2 soenna en 2 fard, het middaggebed uit 4 soenna, 4 fard en 2 soenna, het namiddaggebed 4 soenna en 4 fard, het nachtgebed uit 4 soenna, 4 fard, 2 soenna bestaat weten we door het feit dat de profeet (vrede zij met hem) dit zo heeft gedaan. Het belang van het bidden van de soenna blijkt uit de volgende overleveringen.
“Wie buiten de fard gebeden 12 gebedseenheden (soenna) bidt zal van Allah als beloning een huis krijgen in het paradijs. Deze zijn: 2 in de ochtend voor de fard, 4 voor de fard 2 na de fard in de middag, 2 na fard in de avond en 2 na fard bij het nachtgebed.” (Tirmidhi)
“Moge Allah genadevol zijn aan diegenen die 4 gebedseenheden voor de fard in de namiddag bidden” (Tirmidhi).
Over de 4 gebedseenheden voor de fard tijdens het nachtgebed heeft Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn) overgeleverd dat de profeet dit altijd deed voordat hij aan het fard gebed begon.
Allah zegt in de Koran:
وَمَن يُطِعِ اللَّهَ وَالرَّسُولَ فَأُولَٰئِكَ مَعَ الَّذِينَ أَنْعَمَ اللَّهُ عَلَيْهِم مِّنَ النَّبِيِّينَ وَالصِّدِّيقِينَ وَالشُّهَدَاءِ وَالصَّالِحِينَ ۚ وَحَسُنَ أُولَٰئِكَ رَفِيقًا ﴿٦٩﴾Wie God en de gezant gehoorzamen, dat zijn zij die bij hen behoren aan wie God genade geschonken heeft: de profeten, de oprechten, de [geloofs]getuigen en de rechtschapenen. Dat zijn goede kameraden! [de Koran 4:69]
Samengevat kunnen we zeggen dat onze liefde voor Allah kunnen uiten door het volgen van de profeet, vrede en zegeningen zij met hem, in zijn handelingen; zo ook het bidden van de Sunnah gebeden.