In de islam worden vrouwen tijdens hun menstruatieperiode vrijgesteld van bepaalde vormen van aanbidding. Deze vrijstelling wordt gezien als een daad van genade en barmhartigheid van Allah en benadrukt het belang van gehoorzaamheid boven het uitvoeren van specifieke handelingen. Als een vrouw haar vasten tijdens de Ramadan pauzeert vanwege menstruatie, volgt ze hiermee het bevel van Allah en wordt daarvoor beloond. Dit moet niet als een gebrek worden beschouwd, maar als een uiting van Allah’s genade. Daarnaast gaat de Ramadan over meer dan alleen vasten. Het is een tijd voor reflectie, het gedenken van Allah en een periode van liefdadigheid.
Het gebruik van medicatie om menstruatie uit te stellen zodat een vrouw kan vasten tijdens Ramadan is onderwerp van discussie onder islamitische geleerden. Al-Buhuti, een Hanbali geleerde, en Al-Qadi hebben aangegeven dat het toegestaan is om medicatie te gebruiken mits dit geen schade aan het lichaam veroorzaakt (“Kashaf Al-Qina”, 1/218). Echter, Ibn Rushd verwijst naar een standpunt van Malik, die het gebruik van middelen om menstruatie uit te stellen afkeurt uit bezorgdheid over mogelijke schade aan het lichaam (“Mawahib Al-Jalil”, 1/538). Dit toont aan dat er binnen de islamitische jurisprudentie ruimte is voor persoonlijke overweging en interpretatie, vooral als het gaat om de gezondheid en welzijn van vrouwen.
Kortom, het onderbreken van de menstruatiecyclus om te vasten is toegestaan zolang het geen schade aan het lichaam veroorzaakt. Echter, volgens veel geleerden heeft het de voorkeur om geen medicatie te nemen.