Allah is de schepper en daarmee de bezitter van alles. Hij kan Zijn eigendom beperken of verrijken, zoals Hij wil. Niemand kan zich met Hem bemoeien en/of ingrijpen. Het is Allah (God) die de atomen van jouw lichaam heeft geschapen, jouw systeem heeft opgezet en laten functioneren en jou tot een mens heeft gemaakt. Als mensen hebben wij totaal geen invloed gehad op dat proces, noch zullen we dat hebben. Als wij geen invloed hebben op het scheppingsproces, dan is het ook niet logisch om als een onderdeel van de Schepping te bepalen hoe het beter had gekund.
Wij maken onderscheid tussen beperking en verrijking doordat we die contrasten naast elkaar in de Schepping zien en soms zelf ervaren. Als wij in ruil voor al datgene wat wij hebben gekregen iets terug hadden gegeven aan Allah (God), zou het misschien mogelijk zijn om te zeggen: “Ik wil niet één, maar twee ogen; niet één, maar twee handen.” Wellicht hadden we dan kunnen klagen, zoals: “Waarom heb ik niet twee voeten gekregen, maar slechts één?” Echter, wij hebben niets aan Allah gegeven zodat wij (God behoede) Hem van onrechtvaardigheid kunnen betichten. Onrecht komt als een recht niet wordt gegeven. Wat voor recht hebben wij bij Allah, dat ons niet is gegeven, zodat het als onrecht beschouwd kan worden? Alles wat we hebben is een geschenk en alles wat ons wordt ontnomen en Goddelijke besluit en vaak ook een gunst die we niet zien of ervaren.
Allah (God) heeft jou uit het niets geschapen en schiep jou in de vorm van een mens. Onder jou zijn vele andere wezens. Als je naar hen kijkt, kun je bedenken hoe begunstigt je bent. Allah had je ook als een dier of een steen kunnen scheppen. Soms creëert Allah (God) iemand met een zogenoemde ‘mankement’, maar geeft Hij in ruil daarvoor ontzettend veel goede dingen in dit leven en/of in het hiernamaals. Door het ‘mankement’, laat Allah die persoon beseffen hoe zwak en hulpbehoevend diegene is en hoeveel benodigdheden deze persoon heeft. Wanneer Hij het hart van de persoon naar Zichzelf keert en de gevoelens van diegene laat ontwikkelen, heeft Hij met het ‘afnemen’ van iets kleins, veel grotere dingen in ruil teruggegeven. Hoewel het op het eerste oog niet zo overkomt, is het dus in essentie een gunst van Allah. Zoals Hij het paradijs geeft aan een martelaar (die ogenschijnlijk iets ergs meemaakt door dood te gaan).
Allah zegt in de Koran:
هَلْ أَتَىٰ عَلَى الْإِنسَانِ حِينٌ مِّنَ الدَّهْرِ لَمْ يَكُن شَيْئًا مَّذْكُورًا ﴿١﴾ إِنَّا خَلَقْنَا الْإِنسَانَ مِن نُّطْفَةٍ أَمْشَاجٍ نَّبْتَلِيهِ فَجَعَلْنَاهُ سَمِيعًا بَصِيرًا ﴿٢﴾ إِنَّا هَدَيْنَاهُ السَّبِيلَ إِمَّا شَاكِرًا وَإِمَّا كَفُورًا ﴿٣﴾Is er niet een tijdsperiode geweest dat de mens niets noemenswaards was? Wij hebben de mens uit een druppel geschapen, uit een mengsel om hem te testen. En Wij hebben hem horend en ziend gemaakt. Wij hebben hem de goede weg gewezen, of hij nu dankbaar of ondankbaar is. [de Koran 76:5]
Als iemand op het pad van Allah (God) sterft en daardoor martelaar wordt, zal hij als martelaar in het hiernamaals rangen krijgen waar zelfs trouwe en vrome dienaren tegen op zullen kijken. Men zal willen dat ze ook op die manier konden sterven om die rangen te kunnen bereiken. Al zou deze persoon dus op een erge wijze aan zijn dood komen; hij zou niet veel verloren hebben als we kijken naar hetgeen hij in ruil terugkrijgt in het hiernamaals. Zoals Rumi zegt: “Heb je een arm gebroken? Treur niet! Misschien zal Allah jou vleugels geven in het hiernamaals.”
Hoewel sommigen vanwege bijvoorbeeld een handicap klagen, bedroefd of zich verwaarloosd voelen, heeft het bij de meeste mensen geleid tot het meer richten tot Allah. In plaats van te focussen op de gebreken, dient men te beseffen dat de zielen die eigenlijk behoren tot het eeuwige leven, worden aangewakkerd om zich ook daadwerkelijk op het eeuwige te richten. Als een gebrek van een persoon leidt tot het zich richten op Allah en dat anderen die deze gehandicapte zien ook worden herinnerd aan hun eigen gunsten die van Allah zijn, dan heeft de handicap een belangrijke functie en wijsheid. Besef ook dat het enkele decennia leven op aarde niets is in vergelijking met het eeuwige leven in het hiernamaals. Geschenken in het hiernamaals krijgen voor lasten op aarde zijn daarom veel en veel waardevoller.
Of zoals vrome mensen zeggen:
“Alles heeft een wijsheid: Allah doet niets overbodigs.”
Dat achter elke beproeving vergeving en wijsheid schuilt, wil niet zeggen dat men geketend moet blijven en niets hoeft te ondernemen. Van de mens wordt verwacht om geduld te hebben en Allah te vragen om diegene van zijn beproeving te verlossen. Een moslim mag ook geen beproeving willen of wensen.
Als een moslim te maken krijgt met een ramp, is het belangrijk om naar oplossingen en genezing te zoeken. De Koran leert ons dat met moeilijkheden ook gemakkelijkheden gepaard gaan. Het is belangrijk om te denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen. De uitdagingen waar een persoon mee te maken krijgt, kunnen worden gezien als kansen voor groei en ontwikkeling, en als bescherming in plaats van als een straf. De Koran herinnert ons er ook aan dat we ons moeten richten tot Allah en hem om hulp moeten vragen in moeilijke tijden.
Allah zegt in de koran:
فَإِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا ﴿٥﴾ إِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا ﴿٦﴾ فَإِذَا فَرَغْتَ فَانصَبْ ﴿٧﴾ وَإِلَىٰ رَبِّكَ فَارْغَب ﴿٨﴾Want met het moeilijke hangt het gemakkelijke samen. Voorzeker, met het moeilijke hangt het gemakkelijke samen! En wanneer je klaar bent, span je dan in en richt je verlangen tot jouw Heer. [de Koran 94:8]