#8 2 minuten
Vraag

Waarom zijn er meningsverschillen tussen geleerden over de definitie van Imān?

De meningsverschillen omtrent de definitie van Iman tussen de Mutakallimin (theologen) en de Muhaddithin (hadithgeleerden) hebben te maken met de omstandigheden waarin deze discussies plaatsvonden. In de tijd van Imam Abu Ḥanifa en de Mutakallimin hadden de Mu’tazila en de Khawarij (dat zijn afgedwaalde groepen) een enorme invloed op de samenleving. Deze groepen benadrukten dat (goede) daden een deel (oftewel een integrale pijler) van iman zijn. Als iemand ze niet in acht nam, zou hij voor altijd in het vuur (van de hel) terechtkomen.

Ook beschouwden zij iemand die zich schuldig maakt aan onzedelijkheden als iemand die buiten de cirkel van iman valt. Om hun beweringen te weerleggen namen de Mutakallimin en imam Abu Ḥanifa daarom het standpunt in, waarin ze stelden dat Iman zich laat uitleggen als het overtuigd zijn met het hart. Goede daden zijn slechts het resultaat en de vruchten van Iman, niet een noodzakelijk onderdeel ervan.

De Muhaddithin daarentegen leefden in een tijd waarin de invloeden van de Murji’ah (een andere afgedwaalde groep) zeer sterk waren in de samenleving. Deze Murji’ah hechtte geen waarde aan (goede) handelingen en beweerde dat goede daden en zondes geen invloed hadden op de iman van een persoon. Om hun verkeerde opvattingen te weerleggen verklaarden de Muhaddithin – in die context – de (goede) daden tot een onderdeel van iman.

Zowel de theologen als hadithgeleerden geloven in het belang van (goede) daden, want beiden geloven dat het verrichten van (goede) daden noodzakelijk is (om verlossing te bereiken). Op gelijke wijze zijn beide partijen van mening dat iemand die zich schuldig maakt aan onzedelijkheden niet daardoor een ongelovige (Arabische: kafir) wordt. Zij geloven ook niet dat hij eeuwig in de hel terecht komt.

Hidden
Hidden
Hidden
Vond je dit antwoord nuttig?
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
To top