De essentiële eigenschappen van Allah zijn als volgt:

1. Leven (ḥayah)

Hij leeft en het tegendeel ervan, de dood, is voor Hem onmogelijk. Allah verklaart over Zichzelf:

“وَتَوَكَّلْ عَلَى الْحَيِّ الَّذِي لَا يَمُوتُ وَسَبِّحْ بِحَمْدِهِ ۚ وَكَفَىٰ بِهِ بِذُنُوبِ عِبَادِهِ خَبِيرًا ‎﴿٥٨﴾

En stel je vertrouwen op de levende die niet sterft en prijs Zijn lof; Hij is goed genoeg als iemand die welingelicht is over de zonden van Zijn dienaren. De Koran 25:58

2. Macht (qudrah):

Hij is almachtig en bezit absolute en onweerstaanbare kracht en macht. Zijn ontzagwekkende macht is te zien in verschillende elementen van de schepping: van de grootsheid van het heelal tot de ingewikkeldheid van de cel. Het tegenovergestelde is zwakheid of onvermogen en dat is voor Hem onmogelijk.

“وَاللَّهُ خَلَقَ كُلَّ دَابَّةٍ مِّن مَّاءٍ ۖ فَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَىٰ بَطْنِهِ وَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَىٰ رِجْلَيْنِ وَمِنْهُم مَّن يَمْشِي عَلَىٰ أَرْبَعٍ ۚ يَخْلُقُ اللَّهُ مَا يَشَاءُ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ‎﴿٤٥﴾‏

God heeft ieder dier uit water geschapen; daaronder zijn er die op hun buik gaan, daaronder zijn er die op twee benen lopen en er zijn daaronder die op vier lopen. God schept wat Hij wil; God is almachtig. [de Koran 24:45]

3. Kennis (`ilm)

Hij weet alles – alles wat bestond, bestaat, zal bestaan en niet zal bestaan. Hij kent het tot in het kleinste en meest minieme detail. De schepping is een getuigenis van de grenzeloze volmaakte kennis van Allah. Het tegenovergestelde is onwetendheid; voor Hem in alle opzichten een onmogelijkheid. ”

وَعِندَهُ مَفَاتِحُ الْغَيْبِ لَا يَعْلَمُهَا إِلَّا هُوَ ۚ وَيَعْلَمُ مَا فِي الْبَرِّ وَالْبَحْرِ ۚ وَمَا تَسْقُطُ مِن وَرَقَةٍ إِلَّا يَعْلَمُهَا وَلَا حَبَّةٍ فِي ظُلُمَاتِ الْأَرْضِ وَلَا رَطْبٍ وَلَا يَابِسٍ إِلَّا فِي كِتَابٍ مُّبِينٍ ‎﴿٥٩﴾‏

Bij Hem zijn de sleutels van het verborgene, alleen Hij kent ze. Hij weet wat er op het vasteland en wat er in de zee is. Er valt geen blad of Hij weet het en er is geen zaadkorrel in het duister van de aarde, niets vochtigs en niets droogs of het staat in een duidelijk boek. [De Koran 6:59]

4. Wil (iradah)

Hij heeft in de pre-eterniteit gewild wat was en wat zal zijn (Arabisch: ma kana wa ma yakun). Er is niemand om Zijn wil af te slaan, noch iemand om Zijn bevel uit te stellen. Zijn wil is absoluut en Hij kan nergens toe gedwongen worden. Allah zegt:

” فَعَّالٌ لِّمَا يُرِيدُ ‎﴿١٦﴾”

die doet wat Hij wenst. [de Koran 85:16]